Pluriel des substantifs

I. Prennent -EN au pluriel

a) .Règle générale

het boek de boeken

de fiets de fietsen

Attention : en formant le pluriel, il faut respecter les règles d'orthographe

1) voyelles brèves

de kat de katten

Exception :

voyelle brève au singulier > voyelle longue au pluriel sans redoublement de la consonne

- a bref devient a long :

het bad, het bedrag, de dag, het dak, het gat, het glas, het graf, het pad, de slag, het vat

- e bref devient e long :

het bevel, het gebrek, het spel, de weg

- o bref devient o long :

de god, de hertog, het hof, de oorlog, het schot, het slot, het verlof

- i bref devient e long :

het lid, het schip

- a bref devient e long :

de stad

2) voyelles longues :

de muur de muren

3) usage du tréma

de zee de zeeën ^{^[1]}

4) f > v s > z

de brief de brieven

het huis de huizen

Exceptions : les noms suivants suivent la règle générale

de dans de dansen

de eis de eisen

de fotograaf de fotografen

de kans de kansen

de koers de koersen

het kruis de kruisen

de mens de mensen

de pers de persen

de prins de prinsen

de saus de sausen

de wens de wensen

b) -H E I D devient - H E D E N

de moeilijkheid de moeilijkheden

c) les noms en - I E

1) si l'accent tonique porte sur -ie ces noms prennent -ën

de knie de knieën

de melodie de melodieën

2) si l'accent ne porte pas sur le -ie, ils prennent -s dans le langage familier, éventuellement -n dans un style archaïque ou administratif

de provincie de provincies, provinciën

de kolonie de kolonies, de koloniën

II. Prennent - E R E N au pluriel : certains noms neutres

het ei de eieren

het gemoed de gemoederen

het kalf de kalveren

het kind de kinderen

het lied de liederen

het rad de raderen

het rund de runderen

het volk de volkeren

Attention !!!

het been de beenderen (=os du squelette)

de benen (=os de la viande, jambe)

het blad de bladeren, blaren, bladen (= feuilles d'arbre)

de bladen (=feuilles de papier)

het kleed de kleren (=habits)

de kleden (=tapis)

III. Prennent - S au pluriel:

a) les diminutifs :

het boekje de boekjes

het tafeltje de tafeltjes

b) les noms termins par -E L, -E M, -E N, -E R, A A R(D)

de lepel de lepels

de bliksem de bliksems

de wagen de wagens

de eigenaar de eigenaars

Exceptions : de ambtenaren, de artikelen, de beginselen, de dienaren, de engelen, de maatregelen, de middelen, de meubelen, de redenen, de wonderen

c) les noms de personnes en -E U R, -I E R, -O O R

de chauffeur de chauffeurs

de passagier de passagiers

de pastoor de pastoors

Exceptions : de officieren, de Arabieren, de superieuren

d) les noms en -I E quand le suffixe n'est pas accentué

de organisatie de organisaties

de kolonie de kolonies

e) de nombreux noms d'origine étrangère en -E

de machine de machines

de mode de modes

de tante de tantes

f) les noms d'origine étrangère en -A, -E E, -E, -I, -O, -E A U,- -O E, -U, -Y

NB : apostrophe après -A, -I, -O, -U, -Y

de massa de massa's

het dictee de dictees

het café de cafés

de auto de auto's

de paraplu de paraplu's

de baby de baby's

Exception : de ideeën

g) quelques autres substantifs

de broer de broers

de lente de lentes

de oom de ooms

de zoon de zoons

h) les noms de grades militaires

de luitenant de luitenants

de generaal de generaals

Exception : de commandanten

IV. Autres façons de former le pluriel

a) Les noms latins en -UM remplacent ce suffixe par -A au pluriel

het museum de musea

b) les noms latins en -US désignant des personnes changent ce suffixe en -I

de politicus de politici (prononcez "-si")

de musicus de musici

c) certains composés en -MAN forment leur pluriel en -LUI ou en -LIEDEN (style cérémonieux)

de zeeman de zeelui, zeelieden

de jongeman de jongelui, jongelieden

de werkman de werklui, werklieden

Attention !!!

1) Certains substantifs ne possèdent que le pluriel en -LIEDEN

de staatsman de staatslieden

de edelman de edellieden

2) de Engelsman de Engelsen

de Fransman de Fransen

de buurman de buren, buurlui, buurlieden

V. Restent invariables

Les noms de mesure, de poids, de quantité, de monnaie, PAAR, MAN

-après un adjectif numéral cardinal, HOEVEEL

-quand ils servent à indiquer une quantité globale

Honderd dollar.

Het huis is twintig meter hoog.

Ik heb twee paar schoenen gekocht.

Ik heb drie kwartier gewacht.

Ik heb twee uur gelopen.

We hebben daar vier jaar gewoond.

Met hoeveel man zijn ze ?

VI. Certains noms ne s'emploient qu'au singulier

de bril (les lunettes), het fruit (les fruits), het haar (les cheveux), het nieuws (les nouvelles), de schade (les dégâts), de vakantie (les vacances)

--------------------------------------------------------------------------------------------------

1 le tréma sert à indiquer que la voyelle ne constitue pas avec la voyelle précédente une voyelle composée, mais qu'elle a une valeur propre. Elle marque le début d'une syllabe.

2 België : on prononce i + e muet et non pas ie